zaterdag 11 januari 2014

Lekker ouderwets drukken

In een tijdperk waar alles digitaal is hebben drukkerijen het zwaar. Toch wordt er nog heel wat gedrukt, ook voor PR en marketingcommunicatie. OK, ook ik heb voor iedere folder wel een .pdf beschikbaar en laten we eerlijk zijn, van de 10 exemplaren die ik verstuur zijn het er maar 2 in gedrukte vorm. Oh ja, mijn visitekaartjes zijn gedrukt. En ons briefpapier en enveloppen worden ook nog gewoon gedrukt. Een jaarverslag MOET gewoon in mooi drukwerk verschijnen, ook al heb je een .pdf achter de hand (of in epub formaat als eboek).
Kortom, in het communicatievak speelt de drukker nog steeds een rol van betekenis en je moet daarom iets meer dan de gemiddelde landgenoot over drukken weten.
Afhankelijk van de toepassing en de oplage kun je kiezen uit een aantal druktechnieken, die we hier kort behandelen.

Boekdruk
Dit is de oudste vorm van drukkunst en als leek ken je dit vooral van de stempel. Dat deden we al op de kleuterschool (sorry, groep 1 en 2). Deze techniek staat ook bekend als "hoogdruk". Wat afgedrukt wordt ligt iets hoger, hierop kleeft de drukinkt die dan op het papier wordt gedrukt. Houtsnedes zoals beeldende kunstenaars die maken vallen ook onder deze techniek. In de modernere industriële toepassing werden vaak rubberen of aluminium clichés gebruikt. Over zetten zullen we het maar niet meer hebben.......
De professionele drukker gebruikte een zogenaamde degelpers waarmee je vel voor vel als het ware bestempelde. Voor grote oplages werd de rotatiepers gebruikt, waar het 'drukstempel' op grote cilinders zat. Deze zinnen staan in 'verleden tijd', want boekdruk komt vrijwel niet meer voor. Dit is vooral nog nostalgie.

Diepdruk
Hoewel ook dit een oude drukvorm is wordt het voor zeer grote oplages nog wel toegepast. Denk daarbij aan tijdschriften in oplages van zo'n half miljoen exemplaren.  Wat gedrukt wordt verschijnt als kleine putjes of lijntjes in de drukplaat. Die worden met drukinkt gevuld en op het papier overgezet. Bij het industrieel drukken van zeer grote oplagen maakt men gebruik van rotatiepersen. De putjes voor de druktinkt worden met fotografische technieken in de drukplaat, meestal van koper of messing, geëtst. Dit is een bewerkelijk en kostbaar proces, vandaar dat het alleen rendabel is voor zeer grote oplagen.
Bij kunstenaars spreken we van een ets, waarmee kleine (genummerde) oplagen worden gedrukt.

Offset druk
Deze vlakdruktechniek was aanvankelijk bekend als steendruk of lithografie. Een vlakke steen werd toen met een vettige substantie bewerkt. Nadat de steen nat werd gemaakt kon de inkt worden aangebracht. Die hechtte alleen aan de vettige substantie, de delen die nat van het water waren stootten de inkt af. Vervolgens werd het inktpatroon op het papier gebruikt.
In industriële vorm bevindt het drukpatroon zich op een gebogen metalen of kunststof plaat die op een cilinder gespannen is. Het papier wordt er langs gevoerd en het inktpatroon wordt middels drukrollen op het papier overgezet. Offset, dus.
Deze techniek is geschikt voor middelgrote tot zeer grote oplagen en wordt momenteel het meeste toegepast. Een voordeel is dat de kleurweergave met deze techniek zeer nauwkeurig te regelen is en de voorbereiding, het maken van de offset platen, relatief goedkoop is.

Maar wat doe je als je maar een kleine oplage hebt?

Zeefdruk
Bij zeefdruk wordt het te drukken model in een strak gespannen zeef open gelaten. Je legt de zeef op het te bedrukken materiaal en drukt met een rakel de inkt door de openingen. Deze techniek is geschikt voor kleine oplages en voor drukken op kunststof, metaal en gebogen oppervlakten. Denk bijvoorbeeld aan pennen of aanstekers die je met je logo laat bedrukken. Maar ook veel verpakkingsmateriaal wordt middels zeefdruk bedrukt, maar dan op industriële schaal. Dat geldt ook voor stoffen en bijvoorbeeld behang.

Kopieren
De moderne technieken die bij fotokopiëren worden toegepast lenen zich ook voor kleine en middelgrote oplages. Fabrikanten van kopieerapparaten en printers leveren machines voor een afdrukje op kantoor tot grote oplages. Zelfs een boek in de oplage van één is mogelijk, wat bijvoorbeeld handig is voor uitgevers die zo boeken kunnen personifiëren, dit wordt 'printing on demand' genoemd.  Kopieerapparaten werken snel en betrouwbaar.
Zulke moderne repromachines kunnen met een afwerk unit worden uitgebreid, zodat het gedrukte product direct gebruiksklaar is: gesneden, geperforeerd, gebonden, wat je maar wilt.

Lay-out
Doordat iedere werkplek voorzien is van een computer is het tegenwoordig niet meer zo moeilijk om een geschikte lay-out te maken. Ook de software die hiervoor gebruikt wordt is al in relatief eenvoudige versies voor "desktop publishing" (DTP) beschikbaar.
Een waarschuwing is op zijn plaats: Schoenmaker blijf bij je leest. Als je goede ontwerpen wilt, die én esthetisch verantwoord zijn én rekening houden met de eisen van de drukpers, dan laat je dit werk over aan een professionele ontwerper/DTP-er.
Snel een eenvoudige flyer "in elkaar flansen" kun je ook met een tekstverwerkingsprogramma als WORD. Maar voor het betere werk moet je al snel uitwijken naar een goed programma voor desktop publishing.

Welke druktechniek je ook kiest, de kleuren worden ieder apart op het papier gezet. Dat betekent dat er voor iedere kleur een drukmodel gemaakt wordt. Doorgaans werken drukkers met de kleuren geel, magenta, cyaan en zwart. Ook de kantoorprinter werkt zo. Met name in de offset drukkerij werkt men vaak met méér dan deze 4 kleuren, tot 7 of 8 toe. Die extra drukgangen worden dan gebruikt voor speciale kleuren die niet met basiskleuren gemaakt kunnen worden. Denk aan goud- of zilverkleurige opdruk of het toevoegen van een glanslaag met vernis.

Werk aanleveren
Je gaat een mooi drukwerkje maken en laat de lay-out over aan een ontwerper/DTP-er, die het gereed maakt voor de Offset pers. Laat je dan niet door de aantrekkelijke features van het tekstverwerkingsprogramma verleiden om je tekst te schrijven in een soort pré-ontwerp, compleet met plaatjes in de tekst. Dat is voor de DTP-er alleen maar lastig en extra werk.
Lever de tekst 'plat'  aan, dus zonder opmaak. Geef de plaatjes er apart bij. Dat kan digitaal, maar ook analoog. Digitale plaatjes, dus ook foto's, moeten in een hoge resolutie zijn, liefst meer dan 600 dpi. Niet in een compressie formaat als .jpg of .png, die leveren kwaliteitsverlies op. Bij voorkeur in .tiff. En graphics in een vector formaat, zoals het uit het ontwerpprogramma komt. Of laat de ontwerper de graphics maken, die heeft ook meer mogelijkheden in zijn trukendoos.
Bespreek met de ontwerper/DTP-er welk resultaat je verwacht en geef daarbij ook de huisstijl instructies. Zo verzeker je jezelf van een goed resultaat en mooi drukwerk.